In het voorstel nr. 417, dat het beroep op het draagmoederschap slechts opent voor « koppels », wordt weliswaar uitdrukkelijk verwezen naar « gehuwde en niet feitelijk gescheiden » paren en naar « samenwonende » paren (194) , zonder verdere precisering, waarbij aldus blijkbaar de koppels over het hoofd worden gezien die samenwonen met het statuut van wettelijke samenwoning.
La proposition nº 417, qui n'ouvre le recours à la gestation pour autrui qu'aux « couples », vise — il est vrai — expressément les couples « mariés non séparés de fait » et les « concubins » (194) , sans autre précision, semblant ainsi avoir oublié les couples vivant maritalement sous le statut de la cohabitation légale.