1. De lidstaten schrijven voor dat andere ondernemingen dan die bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), b), c), e) en f), en andere dan natuurlijke personen en rechtspersonen die in aanmerking komen voor de ontheffing uit hoofde van artikel 27, wanneer zij voornemens zijn betalingsdiensten aan te bieden, een vergunning als betalingsinstelling moeten hebben verkregen alvorens te beginnen met het aanbieden van betalingsdiensten.
1. Les États membres exigent des entreprises autres que celles visées à l'article 1er, paragraphe 1, points a), b), c), e) et f), et autres que des personnes physiques ou morales bénéficiant d'une dérogation au titre de l'article 27, qui ont l'intention de fournir des services de paiement, qu'elles obtiennent l'agrément en tant qu’établissement de paiement avant de commencer la prestation de services de paiement.