In het
eerste middel wordt kritiek geleverd op de definitie die artikel 2 van het bestreden decreet geeft van de « andere diensten », namelijk « de andere diensten dan de klank- en televisieprogramma's bestemd voor het publiek in het a
lgemeen of voor een deel ervan, uitgezonden door de RTBF of een radio-omroepinstelling, met het oog op de terbeschikkingstelling, die al dan niet gelijktijdig met de uitzending van zulke programma's plaatsvindt, van tekens, signalen, teksten, beelden, klanken of
...[+++]boodschappen van alle aard, zonder onderscheid bestemd voor het publiek in het algemeen of voor een deel ervan of voor categorieën van publiek, wanneer de inhoud van de boodschap geen privé-correspondentie is ».
Le premier moyen critique la définition que l'article 2 du décret donne des « autres services », à savoir « les services, autres que les programmes sonores et de télévision à destination du public en général ou d'une partie de celui-ci, émis par la R.T.B.F. ou un organisme de radiodiffusion, visant à la mise à la disposition, concomitante ou non à de tels programmes, de signes, de signaux, de textes, d'images, de sons ou de messages de toute nature, destinés indifféremment au public en général, à une partie de celui-ci ou à des catégories de public, lorsque le contenu du message ne constitue pas une correspondance privée ».