2. Wat
betreft de vraag te weten of er een zekere soepelheid kan worden voorzien voor de jeugdbewegingen en dit terwijl er geen enkele wettelijke uitzondering van toepassing is (zoals de thuiskopie voor audiovisuele en geluidswerken, reprografie, openbare lening of de billijke vergoeding ten voord
ele van uitvoerende kunstenaars en producenten) en terwijl geen enkele fout (zoals misbruik van dominante machtspositie) kan verweten worden aan een beheersvennootschap, is het zo dat de uitvoerende macht niet een ander juridisch kader in de
...[+++]plaats van het bestaande juridische kader kan stellen dat in een exclusief recht voorziet in de artikelen 1, 35 en 39 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, op straffe van schending van de artikelen 105 en 108 van de Grondwet.2. Sur la question de savoir si une tolérance peut être prévue par les mouvements de jeunesse, alors qu'aucune exception légale n'est applicable (telle que la copie privée d'oeuvres sonores et audiovisuelles, la reprographie, le prêt public ou la rémunération équitable a
u profit des artistes-interprètes et des producteurs) et qu'aucune faute (telle qu'un abus de droit ou un abus de position dominante) ne peut être reprochée à une société de gestion des droits, le pouvoir exécutif ne peut lui substituer un autre régime juridique que le régime de droit exclusif prévu aux articles 1, 35 et 39 de la loi du 30 juin 1994 relative au droit d'au
...[+++]teur et aux droits voisins, sous peine d'enfreindre les articles 105 et 108 de la Constitution.