Inderdaad, artikel 48.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 bepaalt dat « De vergunning (voor een uitzonderlijk voertuig) voorziet in de bepalingen die genomen dienen te worden om de vlotheid en de veiligheid van het verkeer te verzekeren en om elke schade aan de openbare weg, aan haar aanhorigheden, de erin gelegen kunstwerken en aan de aanliggende eigendommen, te voorkomen ».
En effet, l'article 48.3 de l'arrêté royal du 1 décembre 1975 stipule que « L'autorisation (pour un véhicule exceptionnel) prescrit les dispositions qui doivent être prises pour assurer la facilité et la sécurité de la circulation et pour empêcher tout dégât à la voie publique, à ses dépendances, aux ouvrages qui y sont établis et aux propriétés riveraines ».