2. De lidstaten voorzien overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart in de ontwikkeling en toepassing van een passend controle- en toezichtsprogramma voor schepen die onder hun vlag varen, om mede via het communautair gegevensuitwisselingssysteem SafeSeaNet tijdig en adequaat te kunnen reageren op verzoeken om informatie of opheldering die worden ingediend in geval van incidenten of tekortkomingen waarvan door haven- of kuststaten melding wordt gemaakt.
2. Les États membres, comme le prévoit la directive 2002/59/CE du Parlement européen et du Conseil, du 27 juin 2002, relative à la mise en place d'un système communautaire de suivi du trafic des navires et d'information, élaborent et mettent en œuvre un programme approprié de contrôle et de surveillance des navires battant leur pavillon, afin d'être à même, y compris en utilisant le système communautaire d'échanges de données SafeSeaNet, de prendre rapidement des mesures et de répondre de manière satisfaisante aux demandes d'information présentées par un État du port ou un État côtier en cas d'incident ou d'anomalies.