Met name wordt betoogd dat blijk is gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij het kwalificeren van de maatregel als staatssteun, het bepalen van wie door de maatregel wordt begunstigd en het aanmerken van de door de overheid gegeven interpretatie als andere staatssteun dan de in de besluiten van de Commissie onderzochte staatssteun, alsmede dat sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel, het estoppelbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel.
Il est invoqué, en particulier, une erreur de droit en ce qui concerne la qualification juridique de la mesure en tant qu’aide d’État, l’identification du bénéficiaire de la mesure et le fait que l’interprétation administrative est qualifiée d’aide d’État distincte de celle examinée dans les décisions de la Commission, ainsi que la violation des principes de confiance légitime, de l’estoppel et de sécurité juridique.