Denkt de Commissie dat herziening van het protocol onder dergelijke omstandigheden het recht van de Europese Gemeenschap om van Israël te verlangen dat het een einde maakt aan zijn kwalijke praktijken, in gevaar brengt, tenzij de amendementen die aangenomen worden de voortzetting van de praktijk uitdrukkelijk verbieden, of Israël er zich op een andere manier toe verbindt om er een einde aan te maken?
La Commission ne craint-elle pas qu’une modification du protocole dans de telles circonstances ne risque de miner le droit pour la Communauté européenne d’exiger d’Israël qu’il cesse de telles pratiques, à moins que les amendements adoptés n’excluent expressément la poursuite de ces pratiques ou qu’Israël, par ailleurs, ne s’emploie à y mettre fin?