[1] De “kwaliteiten” van landbouwproducten omvatten “productkenmerken” (natuurkundige, scheikundige, microbiologische en organoleptische eigenschappen als omvang, uiterlijk, smaak en ingrediënten) en “landbouweigenschappen” (productiemethoden, soorten veeteelt, gebruikte verwerkingstechnieken, de plaats waar de landbouw of de productie plaatsvindt, enzovoorts).
[1] Les «qualités» d’un produit agricole désignent à la fois les «propriétés du produit» (physiques, chimiques, microbiologiques et organoleptiques – taille, aspect, goût, apparence, ingrédients, etc.) et les «caractéristiques de production» (méthode de production, type d’élevage, techniques de transformation, lieu de production et de fabrication, etc.).