De lidstaten moeten het noodzakelijke vaardigheidsniveau waarborgen dat vereist is door een steeds veranderende arbeidsmarkt en moeten onderwijs- en opleiding ondersteunen, alsmede programma's voor volwassenenonderwijs, en er daarbij rekening mee houden dat er ook laaggekwalificeerde banen nodig zijn en dat hoogopgeleiden betere kansen op de arbeidsmarkt hebben dan gemiddeld en laagopgeleiden.
Tout en assurant le niveau de compétences exigé par un marché du travail en perpétuelle mutation et en soutenant l'enseignement et la formation, parallèlement à des programmes de formation pour adultes, les États membres devraient tenir compte du fait que des emplois peu qualifiés sont également nécessaires et que les perspectives d'emploi sont meilleures pour les personnes hautement qualifiées que pour celles qui sont moyennement ou peu qualifiées.