De Raad van State heeft zich de vraag gesteld of niet moet worden gepreciseerd het zogenaamde strafrechtelijk kortgeding op basis van de artikelen 28sexies en 61quater W. Sv. van toepassing is in het kader van de voorlopige maatregelen, nu deze laatsten strikt genomen geen opsporings- of onderzoekshandelingen zijn.
Le Conseil d'État s'est posé la question de savoir s'il ne convient pas de préciser que le référé pénal est applicable sur la base des articles 28sexies et 61quater du Code d'instruction criminelle dans le cadre des mesures provisoires, maintenant que ces dernières ne sont pas des actes d'enquête ou d'instruction au sens strict.