Aangezien de Belgische wetgeving bij wege van artikel 152 erkent dat de functie van de door de uitvoerende macht benoemde korpschef deel uitmaakt van het « ambt » van de rechter dat door niet-overplaatsbaarheid beschermd wordt en dat hij in laatstgenoemd ambt voor het leven is benoemd, kan de toepassing van de overgangsbepaling op de thans benoemde korpschefs lijken op een afzetting, zelfs als de betrokkene zijn rechtsprekende functies voor het overige voor het leven uitoefent.
Dès lors que le droit belge reconnaît, par l'article 152, que la fonction de chef de corps nommé par l'exécutif fait partie de la « place » du juge couverte par l'inamovibilité et que cette nomination a été opérée à vie, l'application de la disposition transitoire aux chefs de corps actuellement nommés peut s'apparenter à une révocation, même si l'intéressé reste par ailleurs investi à vie de ses fonctions juridictionnelles.