Dit soort examen zou ook indruisen tegen het derde lid van artikel 26 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens dat bepaalt : « Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soo
rt van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven », en tegen artikel 28, eerste lid, a) en b), van het Verdrag inzake de rechten van het kind, dat eraan toevoegt dat de Staten zich ertoe verbinden « primair onderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis beschikbaar te stellen » en « de ontwikkeling van versc
hillende vormen van voortgezet ...[+++] onderwijs aan te moedigen, met inbegrip van algemeen onderwijs en beroepsonderwijs, deze vormen voor ieder kind beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken, en passende maatregelen te nemen zoals de invoering van gratis onderwijs ».
Ce genre d'examen pourrait également entraîner la violation de l'article 26 de la Déclaration universelle des droits de l'homme, alinéa 3, qui stipule que « Les parents ont, par priorité, le droit de choisir le genre d'éducation à donner à leurs enfants». , ainsi que de l'article 28, alinéa 1 , a) et b), de la Convention relative aux droits de l'enfant qui ajoute que « l'enseignement secondaire, sous ses différentes formes, y compris l'enseignement secondaire technique et professionnel, doit être généralisé et rendu accessible à tous par tous les moyens appropriés et notamment par l'instauration progressive de la gratuité ».