Het Noord-Ierse klimaat wordt gekenmerkt door een gelijkmatig over het jaar verdeelde regenval en een betrekkelijk klein jaarlijks temperatuurbereik, hetgeen bevorderlijk is voor een vrij lange groeiperiode voor gras in gebieden waar het land actief wordt beheerd en bebouwd, die varieert van 270 dagen per jaar in het oostelijke kustgebied tot ongeveer 260 dagen per jaar in het centrale laagland.
Le climat nord-irlandais, caractérisé par des précipitations réparties uniformément tout au long de l'année et par une amplitude thermique annuelle relativement faible, favorise une longue saison de pousse de l'herbe, comprise entre 270 jours par an dans les régions côtières de l'est et 260 jours par an dans les plaines du centre, où les terres font l'objet d'une gestion et d'une exploitation actives.