20. verzoekt de lidstaten om de status van dit beroep te verhogen, waartoe ook een erkenning van beroepsverworvenheden en de op het bedrijf noodzakelijke vaardigheden vereist is; de werkelijke erkenning van gelijkwaardigheid van een generalistische vorming en landbouwopleidingen zou ook de opleidingsloopbaan van vrouwelijke landbouwers vergemakkelijken, vooral voor vrouwen die dit beroep pas op wat latere leeftijd beginnen na eerst een ander beroep te hebben uitgeoefend; daarom is het van belang dat de door de uitoefening van een beroepsactiviteit in de landbouw verworven kwalificaties door de bevoegde autoriteiten worden erkend;
20. invite les États membres à valoriser le métier, ce qui passe également par la validation des acquis professionnels et la reconnaissance des différentes compétences mises en œuvre dans les exploitations; est d'avis que la réelle validation des équivalences entre la formation généraliste et les formations agricoles permettrait d'alléger le parcours de formation pour les agricultrices, surtout pour celles qui entrent dans le métier tardivement après avoir exercé d'autres métiers, et que les qualifications acquises dans l'exercice d'une activité professionnelle agricole sont susceptibles d'être validées par les autorités compétentes;