Op grond van de rechtspraak van het Hof van justitie van de Europese Gemeenschappen vond de Europese Commissie dat de proefnemingen, uitgevoerd in een andere lidstaat door een instelling die passende garanties biedt inzake onafhankelijkheid en vakkundigheid, uitdrukkelijk in de Belgische reglementering omtrent de toelating van bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik moeten worden erkend.
Sur base de la jurisprudence de la Cour de justice des Communautés européennes, la Commission européenne a ensuite estimé que les essais, effectués dans un autre Etat membre par un organisme présentant des garanties appropriées d'indépendance et de professionnalisme, devraient être reconnus explicitement dans la réglementation belge relative à l'autorisation des pesticides à usage non agricole.