3. is van oord
eel dat de aandacht niet hoofdzakelijk moet worden gericht op het voortdurende gebruik van GBM maar veeleer op de
duurzaamheid van de landbouwproductie met betrekking tot de voedselveiligheid, de gezondheid van de consument, de levering van schoon drinkwater, het behoud van verscheidenheid in flora en fauna en de gezondheid van hen die werkzaam zijn in de landbouwsector; is van mening dat het gebruik van GBM in verband hiermee een middel kan zijn, maar dat het aan speciale reglementen moet worden ond
erworpen v ...[+++]anwege de mogelijke schade die zij kunnen toebrengen aan de gezondheid;
3. observe que ce n'est pas l'utilisation durable de pesticides qui doit être au cœur des préoccupations, mais le caractère durable de la production agricole dans la perspective de la sécurité de l'approvisionnement en denrées alimentaires, de la santé des consommateurs, de l'approvisionnement en eau potable propre, de la préservation de la diversité de la flore et de la faune, ainsi que de la santé des personnes travaillant dans l'agriculture; estime que l'emploi de pesticides peut constituer un moyen à cette fin mais qu'il doit être soumis, en raison de son potentiel de risques pour la santé, à des règles spécifiques;