1. De lidstaten dragen er zorg voor dat een moederinstelling in een lidstaat, een EU-moederinstelling of een entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c) of d), en haar dochterondernemingen in andere lidstaten of in derde landen die instellingen of financiële instellingen zijn welke vallen onder het toezicht op geconsolideerde basis dat op de moederonderneming wordt uitgeoefend, een overeenkomst kunnen aangaan voor het verlenen van financiële steun aan een andere partij bij de overeenkomst die voldoet aan de voorwaarden voor vroegtijdige interventie op grond van artikel 27 , mits de voorwaarden van dit hoofdstuk zijn vervuld.
1. Les États membres veillent à ce qu'un établissement mère dans un État membre, un établissement mère dans l'Union ou une entité visée à l'article 1 , paragraphe 1, point c) ou d), et ses filiales dans d'autres États membres ou des pays tiers qui sont des établissements ou des établissements financiers relevant de la surveillance consolidée de l'entreprise mère, puissent conclure un accord pour l'octroi d'un soutien financier à toute partie à l'accord qui remplit les conditions d'une intervention précoce en vertu de l'article 27 , pour autant que les conditions énoncées au présent chapitre soient respectées.