De kritiek en de druk van de EU met betrekking tot – in de eerste plaats – de manie
r waarop een aantal landen gekozen zijn als lid van de UNHRC (de EU is tegen het zogeheten “schone lei-beginsel” en is voorstander van de invoering van geschiktheidscriteria) moet dan ook tegen deze achtergrond worden gezien. In de tweede p
laats is de kritiek gericht op de “speciale procedure” voor het vergroten van het mandaat per land en op de mogelijkheid tot het
creëren van nieuwe mandaten ...[+++] via een eenvoudige meerderheid terwijl een “gedragscode” voor dit mechanisme ontbreekt. Tot slot is die kritiek ook van toepassing op de procedure voor de “universele periodieke evaluatie”.
C’est dans ce contexte que l’on doit comprendre la critique et la pression de la part de l’UE en ce qui concerne, premièrement, la manière dont certains pays ont été élus à cet organisme - l’UE s’oppose à ce que l’on appelle le principe de la «table rase» et appuie l’introduction de critères d’admission -, deuxièmement, la «procédure spéciale», qui renforce les mandats par pays et donne la possibilité de créer de nouveaux mandats à la majorité simple - ainsi que l’absence d’un «code de conduite» pour ce mécanisme - et, troisièmement, les modalités de «l’examen périodique universel».