2. De Commissie erkent volgens de in artikel 37, lid 2, bedoelde procedure de controlerende autoriteiten en controleorganen bedoeld in lid 1, onder b), waaronder de controlerende autoriteiten en controleorganen bedoeld in artikel 27, die bevoegd zijn om in derde landen controles te verrichten en er het bewijsstuk af te geven zoals bedoeld in lid 1, onder c), en stelt een lijst op van deze controlerende autoriteiten en controleorganen.
2. Conformément à la procédure visée à l'article 37, paragraphe 2, la Commission reconnaît aux autorités et organismes de contrôle visés au paragraphe 1, point b) du présent article, y compris aux autorités et organismes de contrôle visés à l'article 27, la compétence d'effectuer les contrôles et de délivrer, dans les pays tiers concernés, les documents justificatifs mentionnés au paragraphe 1, point c) du présent article, et elle établit une liste de ces autorités et organismes de contrôle.