Voor Europese landen die zelf geen natuurlijke bronnen bezitten, betekent deze stijging problemen met het concurrentievermogen en daarom met werkgelegenheid, continuïteit van aanvoer, grotere afhankelijkheid enzovoort. Voor de armere landen brengt de stijging van de grondstofprijzen hun ontwikkeling in gevaar en veroorzaakt rellen wegens voedselschaarste en dergelijke.
Il s'agit, pour les pays européens privés de ressources naturelles, de problèmes de compétitivité, donc d'emploi, de sécurité des approvisionnements, de dépendance accrue.et, pour les pays pauvres, de remise en cause de leur développement, d'émeutes de la faim.