116. is gekant tegen wetgeving die personen straft omdat zij voor een andere godsdienst of overtuiging kiezen; is bijzonder bezorgd dat p
ersonen in bepaalde landen vanwege zulke wetgeving bedreigd worden met opsluiting of zelfs de doodstraf; is eveneens bezorgd dat personen die hun godsdienst hebben verlaten of voor een andere godsdienst hebben gekozen te maken krijgen met sociale vijandigheid, onder meer in de vorm van geweld en intimidatie; is gekant tegen wetten die uitingen bestraffen die als godslasterlijk, smadelijk of beledigend worden beschouwd tegenover een godsdienst of godsdienstige symbolen, figuren of gevoelens; verklaar
...[+++]t dat zulke wetten niet stroken met de aanvaarde internationale mensenrechtennormen; veroordeelt de wetsbepalingen inzake godslastering in Afghanistan, Bangladesh, Egypte, Pakistan en Saudi-Arabië, die voorzien in opsluiting en de doodstraf; 116. s'oppose à toute législation sanctionnan
t les individus qui changent de religion ou de conviction; exprime sa profonde inquiétude quant aux peines d'emprisonnement, voire à la peine de mort, auxquelles des individus dans certains pays risquent d'être condamnés en vertu d'un telle législation; craint également que les individus ayant renoncé à leur religion ou qui en ont changé s'exposent à des hostilités sociales telles que des actes de violence ou d'intimidation; s'oppose aux lois sanctionnant des expressions considérées comme blasphématoires, diffamantes ou insultantes envers la religion ou des symboles, images, ou sentiments r
...[+++]eligieux; déclare que ces lois ne sont pas conformes aux normes internationales en vigueur en matière de droits de l'homme; condamne les dispositions de la loi sur le blasphème en Afghanistan, au Bangladesh, en Égypte, au Pakistan et en Arabie saoudite qui autorisent l'emprisonnement et la peine de mort;