Hierdoor blijven de lidstaten over mogelijkheden tot handelen beschikken (subsidiariteitsbeginsel) en wordt tevens rekening gehouden met het feit dat de Europese Commissie niet gelijktijdig onderhandelingen kan voeren met alle derde landen waarmee momenteel luchtvaartovereenkomsten bestaan of in de toekomst worden afgesloten. Bovendien is deze benadering ingegeven door het feit dat de Commissie tot dusverre geen algemeen mandaat voor het sluiten van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen derde landen en de Gemeenschap heeft.
Cette approche permet aux États membres de conserver une certaine capacité d'action (principe de subsidiarité) et tient compte, en même temps, du fait que la Commission européenne ne peut pas mener simultanément des négociations avec tous les pays tiers avec lesquels des accords concernant les services aériens ont déjà été passés ou doivent être conclus dans l'avenir. Au demeurant, la démarche proposée prend son origine dans le fait que, jusqu'à présent, la Commission ne possède pas de mandat général pour la conclusion d'accords relatifs aux services aériens entre les pays tiers et la Communauté.