Art. 4. Om in aanmerking te komen voor subsidies voor de initiatieven vermeld in artikel 3, moet aan
al de volgende voorwaarden voldaan zijn : 1° de initiatie
ven zijn gericht op landen buiten de EER, met uitzondering van de initiatieven vermeld in artikel 3, eerste lid, 2° en 4° ; 2° de initiatieven zijn gericht op landen waar de aanvrager geen of een beperkte afzet van zijn producten of diensten realiseert, met uitzondering van de initiatieven vermeld in artikel 3, eerste lid, 2° en 4° ; 3° de goederen of diensten waarvoor prospec
...[+++]tie wordt gedaan, creëren bij de productie, verwerking of prestatie een duidelijke toegevoegde waarde in of voor het Vlaamse Gewest; 4° voor dezelfde kosten wordt geen andere financiële tegemoetkoming aangevraagd of verkregen bij een andere internationale, federale, gewestelijke of lokale overheid; 5° de aanvrager leeft al zijn verbintenissen tegenover het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen na.Art. 4. Pour que les initiatives visées à l'article 3 soient éligibles aux subventions, toutes les conditions suivantes doivent être satisfaites : 1° les initiatives s'adressent aux pays en dehors de l'EEE, à l'exception des initiatives mentionnées à l'article 3, alinéa 1, 2° et 4° ; 2° les initiatives s'adressent aux pays où l'écoulement des produits
ou des services du demandeur est inexistant ou limité, à l'exclusion des initiatives visées à l'article 3, alinéa 1, 1, b), 2° et 4° ; 3° les biens ou services ayant fait l'objet d'une prospection, doivent, lors de leur production, transformation ou réalisation, créer une valeur ajoutée i
mportante ...[+++]en Région flamande ou pour la Région flamande ; 4° les mêmes frais ne font pas l'objet d'une autre demande ou d'une autre obtention d'interventions financières de la part d'une autre autorité internationale, fédérale, régionale ou locale ; 5° le demandeur respecte tous ses engagements envers la « Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen ».