5. verzoekt de lidstaten om op de formele arbeidsmarkt de leeftijdsgrenzen af te schaffen en het optreden van de nadelen te voorkomen waarmee oudere werknemers op de arbeidsmarkt worden geconfronteerd, bijvoorbeeld door in het beleid en de praktijken op het gebied van de werkgelegenheid de beginselen van flexibele pensionering op uiteenlopende leeftijden toe te passen of door factoren te elimineren die het werken na de pensioengerechtigde leeftijd ontmoedigen, onder meer door de bescherming van verworven pensioenrechten;
5. appelle les États membres à supprimer les limites d'âge sur le marché officiel du travail et à empêcher l'apparition de désavantages pour les travailleurs vieillissants, par exemple en mettant en œuvre les principes d'une retraite flexible et d'une diversité des âges dans les politiques ou les pratiques relatives à l'emploi, ou en supprimant les obstacles au travail au-delà de l'âge de la retraite, notamment par une protection des droits à la retraite acquis,