Het leek immers wenselijk dat de behandeling van de geschillen werd georganiseerd in functie van de plaats waar de agrovoedingsindustrie is gevestigd (Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant en ten slotte Wallonië).
Il apparaissait souhaitable en effet de partager ce contentieux en fonction de la localisation des entreprises agroalimentaires (Flandre occidentale et orientale, Anvers et Limbourg, Région de Bruxelles capitale, Brabant flamand et Brabant wallon et enfin Wallonie).