Bezorgdheid omdat sommigen vrezen dat de ontwikkelingssamenwerking haar legitimiteit zal verliezen, dat het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie (die geen doorslaggevende rol speelt bij de bezinning over het beleid terzake, terwijl zij ongeveer 50% van de overheidssteun op dit gebied voor haar rekening neemt) zijn specifiek karakter zal kwijtraken, dat de betrekkingen tussen de EU en de ACS-landen in de toekomst niet meer prioritair zullen zijn (de toewijzingen van het 8ste EOF voor 1996 vertegenwoordigen nog slechts 33,5% van de externe financieringen van de Unie, tegenover 65% in 1988-90).
Inquiétudes face à la perte de légitimité de la coopération au développement, face à la perte de singularité de la politique de développement de l'Union européenne (celle-ci ne joue pas un rôle déterminant dans la réflexion sur les politiques de développement alors qu'elle contribue environ à 50% de l'aide publique au développement), face à la perte de primauté de la relation UE-ACP (Les dotations du 8ème FED pour 1996 représentent 33,5% des financements extérieurs de l'Union contre 65% en 1988-90).