In artikel 1 van de bijzondere wet van 2 mei 1995 wordt het nr 3 als volgt aangevuld : « Voor de toepassing van onderhavige wet worden onder ambtenaren-generaal begrepen de ambtenaren bekleed met één van de graden van de rangen 16 en 17 of een daarmee gelijkwaardige rang; in de instellingen, waarover de gemeenschappen of de gewesten het toezicht uitoefenen en waarin geen enkel persoon de titel van administrateur-generaal voert, vindt de wet toepassing op de leidende ambtenaar ».
À l'article 1 de la loi spéciale du 2 mai 1995, le nº 3 est complété comme suit : « pour l'application de la présente loi spéciale, on entend par fonctionnaires généraux, les agents revêtus de l'un des grades des rangs 16 et 17 ou d'un rang équivalent; dans les organismes d'intérêt public sur lesquels les communautés ou les régions exercent la tutelle et dans lesquelles personne n'est revêtu du titre d'administrateur général, la loi s'applique au fonctionnaire dirigeant ».