18. dringt erop aan dat integratie en sociale inclusie worden bevorderd, teneinde er op doeltreffende wijze voor te zorgen dat de fundamentele mensenrechten worden nageleefd, en dat duidelijke toezeggingen worden gedaan wat betreft de formulering van nationaal en EU- beleid ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting; acht het noodzakelijk dat wordt gezorgd voor betere en universele toegang, zonder fysieke of communicatieve obstakels, tot de arbeidsmarkt, openbare gezondheidsdiensten, onderwijs en opleiding (vanaf de voorschoolse fase tot de eerste universitaire studiecyclus), beroepsopleiding, huisvesting, energievoorziening en sociale bescherming; is van oordeel dat de banen toegankelijk en van goede kwaliteit moeten zijn, en rec
...[+++]hten moeten inhouden; is van mening dat de lonen fatsoenlijk moeten zijn en dat de pensioenstelsels moeten voorzien in een minimuminkomen voor ouderen, zodat gepensioneerden die hun leven lang hebben gewerkt een waardig pensioen kunnen genieten; voegt daaraan toe dat de stelsels voor een passend minimuminkomen voor iedereen bescherming moeten bieden tegen het risico van armoede en sociale, culturele en politieke inclusie moeten garanderen, met inachtneming van de nationale praktijken, de collectieve overeenkomsten en de wetgevingen van de lidstaten; wijst er bovendien op dat hoe meer de lidstaten in deze diverse beleidsterreinen investeren, hoe minder er op lange termijn gebruik zal moeten worden gemaakt van het systeem dat een voldoende inkomen per huishouden garandeert; onderstreept dat dergelijke maatregelen moeten worden genomen met volledige inachtneming van het beginsel van subsidiariteit van de lidstaten en van de diverse praktijken, collectieve overeenkomsten en nationale wetgevingen; is van oordeel dat alleen op die manier iedereen het recht op participatie aan het maatschappelijke, politieke en culturele leven kan worden gegarandeerd; 18. insiste sur la promotion de l'intégration et de l'inclusion sociale, en vue d'assurer de façon efficace le respect des droits humains fondamentaux, et sur des engagements clairs en ce qui concerne la formulation des politiques de l'Union européenne et des politiques nationales pour lutter contre la pauvreté et l'exclusion sociale; estime nécessaire d'assurer un meilleur accès, à caractère universel, sans entrave physique ni de communication, au marché du travail, aux services publics de santé, à l'éducation et à la formation (de la formation préscolaire au premier cycle d'études universitaires), à la formation professionnelle, au logement public, à la fourniture d'énergie, et à la protection sociale; considère que les emplois doivent
...[+++]être accessibles et de qualité et assortis de droits; est d'avis que les salaires doivent être dignes et les pensions assorties d'un minimum vieillesse afin de permettre aux retraités qui ont travaillé toute leur vie d'avoir des retraites décentes; ajoute que des systèmes de revenu minimum adéquat pour tous doivent prémunir contre le risque de pauvreté et assurer l'inclusion sociale, culturelle et politique dans le respect des pratiques nationales, des conventions collectives et de la législation des États membres; note par ailleurs que, sur le long terme, plus les États membres investiront dans ces différentes politiques, moins le recours au système du revenu suffisant par ménage sera nécessaire; souligne que de telles mesures doivent être prises dans le plein respect du principe de subsidiarité des États membres et des différentes pratiques, conventions collectives et législations nationales; estime que c'est la seule façon d'assurer à tous le droit de participer à la vie sociale, politique et culturelle;