In het voormelde artikel 3, § 4, wordt weliswaar niet verwezen naar artikel 13 van de wet waarvan het eerste lid bepaalt : « Eenieder die zijn identiteit bewijst, is gerechtigd zich kosteloos tot de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te wenden, teneinde de in de artikelen 10 en 12 bedoelde rechten uit te oefenen ten aanzien van de verwerkingen van persoonsgegevens bedoeld in artikel 3, paragrafen 4, 5 en 6 ».
Il est vrai que l'article 3, § 4, précité, ne vise pas l'article 13 de la loi dont l'alinéa 1 dispose que « Toute personne justifiant de son identité a le droit de s'adresser sans frais à la Commission de la protection de la vie privée pour exercer les droits visés aux articles 10 et 12 à l'égard des traitements de données à caractère personnel visés à l'article 3, §§ 4, 5 et 6 ».