3. benadrukt dat de vrij
heid om diensten te leveren niet in strijd is met en
niet superieur is aan het fundamentele recht van sociale partners om de maatschappelijke dialoog te bevorderen en industriële actie te ondernemen; vooral
niet aangezien dit een constitutioneel recht is in diverse lidstaten; benadrukt dat de Monti-clausule bedoeld was om deze fundamentele constitutionele rechten te beschermen in de context van de gemeenschappelijke markt; herinnert er tegelijkertijd aan dat het vrije verkeer van werknem
...[+++]ers een van vier vrijheden van de interne markt is;
3. souligne que la libre prestation des services ne s'oppose pas et n'est pas supérieure au droit fondamental des partenaires sociaux de promouvoir le dialogue social et de recourir à des actions collectives, sachant en particulier qu'il s'agit d'un droit constitutionnel reconnu dans plusieurs États membres; souligne que la clause Monti visait à protéger les droits constitutionnels fondamentaux dans le contexte du marché unique; rappelle, dans le même temps, que la libre circulation des travailleurs est l'une des quatre libertés attachées au marché intérieur;