Art. 4.
§ 1. Wanneer een Lidstaat op grond van artikel 13, § 2, van de wet een ontwerpplan of -programma samen met het milieueffectenrapport aan een federale overheid bezorgt, op grond van de overweging dat de uitvoering ervan niet te verwaarlozen effecten kan hebben op het milieu van het nationale grondgebied, stuurt deze overheid het dossier onmiddellijk ter informatie naar de Minister van Leefmilieu, de Minister bevoegd voor het mariene milieu, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, de Gewestregeringen en het Adviescomité alsook naar elke ander
e instantie die hij nuttig ...[+++] acht.
Art. 4. § 1. Lorsqu'en application de l'article 13, § 2, de la loi, un Etat membre transmet un projet de plan ou de programme accompagné du rapport sur les incidences environnementales à une autorité fédérale, au motif que sa mise en oeuvre est susceptible d'avoir des incidences non négligeables sur l'environnement du territoire national, cette autorité transmet immédiatement le dossier pour information au Ministre de l'Environnement, au Ministre compétent pour le milieu marin, au Conseil fédéral pour le Développement durable, aux Gouvernements des Régions, au Comité d'avis ainsi qu'à toute autre instance qu'il juge utile.