3. De voorlopige vaststelling van de toepasselijke wetgeving, bedoeld in lid 2, wordt definitief binnen twee maanden nadat het door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaten aangewezen orgaan in kennis is gesteld van de voorlopige vaststelling, tenzij de wetgeving reeds definitief is vastgesteld op basis van lid 4, of tenzij ten minste een van de betrokken organen het door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van woonplaats aangewezen orgaan aan het eind van deze periode van twee maanden ervan in kennis stelt dat het nog niet met de vaststelling kan instemmen of hierover een ander standpunt inneemt .
3. La détermination provisoire de la législation applicable visée au paragraphe 2 devient définitive dans les deux mois suivant sa notification à l'institution désignée par l'autorité compétente des États membres concernés, sauf si la législation a déjà fait l'objet d'une détermination définitive en application du paragraphe 4, ou si au moins une des institutions concernées informe l'institution désignée par l'autorité compétente de l'État de résidence, à l'expiration de ces deux mois, qu'elle ne peut encore accepter la détermination ou qu'elle a un avis différent à cet égard .