De lidstaten schrikken ervoor terug de politiek delicate beslissing te nemen om veranderingeen aan te brengen aan hun belastingen, sociale zekerheid, pensioenen, gezondheidszorg, arbeidswetgeving en onderwijsstelsels (kernaspecten voor de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel) ter bevordering van mobiliteit, waaraan slechts een klein deel van hun bevolking ooit zal deelnemen.
Les États membres sont réticents à apporter des changements politiquement sensibles à leurs systèmes fiscaux, de sécurité sociale, de retraite, de santé, de droit du travail et d'éducation – le noyau dur de la subsidiarité – pour faciliter une mobilité à laquelle seule une infime partie de leur population prendra part.