(a) de lidstaten moeten een strategie voor netwerk- en informatiebeveiliging vaststellen en een voor netwerk- en informatiebeveiliging bevoegde nationale instantie aanwijzen, die over voldoende financiële en personele middelen beschikt om incidenten en risico's op dit gebied te voorkomen, beheren en bestrijden;
(a) les États membres doivent adopter une stratégie de SRI et désigner des autorités nationales compétentes en la matière, qui disposeront de ressources financières et humaines suffisantes pour prévenir et gérer les risques et incidents de SRI et intervenir en cas de nécessité,