Uit die bepaling blijkt dat de richtlijn de bevoegdheden verdeelt tussen, enerzijds, de lidstaten die voorrang moeten geven aan de productie-installaties voor elektriciteit die hernieuwbare energiebronnen aanwenden (ook bij de dispatching van die installaties door de netbeheerders (voormeld artikel 16, lid 2, onder c)) en, anderzijds, de nationale regulerende instanties die belast zijn met het vaststellen van criteria inzake betrouwbaarheid en veiligheid van het net (artikel 16, lid 2, eerste zin).
Il ressort de cette disposition qu'un partage des compétences est organisé par la directive entre, d'une part, les Etats membres chargés d'accorder des priorités aux installations de production d'électricité utilisant des sources d'énergie renouvelables (en ce compris lorsque les gestionnaires de réseau appellent ces installations (article 16, paragraphe 2, c), précité) et, d'autre part, les autorités de régulation nationales chargées de définir des critères de fiabilité et de sécurité du réseau (article 16, paragraphe 2, première phrase).