38. Ten slotte zij opgemerkt dat artikel 13, A, lid 2, sub a, eerste streepje, van de Zesde richtlijn een aanvullende voorwaarde is die de lidstaten mogen stellen voor de verlening van bepaalde in artikel 13, A, lid 1, van deze richtlijn genoemde vrijstellingen (zie in deze zin arrest van 21 maart 2002, Zoological Society, C-267/00, Jurispr. blz. I-3353, punt 16), en de lidstaten dus toestaat, maar niet verplicht, de vrijstellingen van lid 1, sub g en h, voor te behouden aan andere dan publiekrechtelijke lichamen die niet systematisch het maken van winst beogen (arrest Hoffmann, reeds aangehaald, punt 38).
38. Enfin, il convient de relever que l'article 13, A, paragraphe 2, sous a), premier tiret, de la sixième directive, qui constitue une conditi
on facultative que les Etats membres sont libres d'imposer de manière supplémentaire pour l'octroi de certaines des exonérations mentionnées à l'article 13, A, paragraphe 1, de ladite directive (voir, en ce sens, arrêt du 21 mars 2002, Zoological Society, C-267/00, Rec. p. I-3353, point 16), autorise, mais n'oblige pas, les Etats membres à réserver le bénéfice des exonérations prévues, notamment, audit paragraphe 1, sous g) et h), aux organismes autres que ceux de droit public qui n'ont pas pour b
...[+++]ut la recherche systématique du profit (arrêt Hoffmann, précité, point 38).