1. Indien, in de loop van ee
n kalendermaand, de toepasselijke wetgeving van een andere lidstaat toepasselijk wordt en/of de bevoegdheid om gezinsuitkeringen toe te kennen van de ene lidstaat naar de andere overgaat, ongeacht de in d
e wetgeving van die lidstaten bepaalde vervaldagen voor de betaling van gezinsuitkeringen, blijft het orgaan dat de gezinsuitkeringen heeft betaald op grond van de
wetgeving waaronder de uitkeringen aan het begin van de maand zijn toegekend, deze betalen tot het ein
...[+++]de van de lopende maand.