Na de richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de door commissaris Malmström aangekondigde richtlijn betreffende de bescherming van slachtoffers, kunnen we volgens mij stellen
dat het Verdrag van Lissabon de basis heeft gelegd voor een grotere mate van harmonisatie van de regelgeving betreffende de wijze waarop de lidstaten het belang erkennen van het definiëren van geweld tegen vrouwen en kinderen als specifieke geweldsmisdrijven. In dat kader dienen er ook minimumnormen te worden vastgelegd voor advisering, rechtsbijstand en bescherming van vrouwen en kinderen, ook in samenwerking met non-gouvernementele organisaties
...[+++].
Après la directive sur la traite des êtres humains et celle, imminente, sur les victimes de violences annoncée par la commissaire Malmström, je pense que le traité de Lisbonne contient des bases suffisantes pour renforcer, entre les États membres, l’harmonisation juridique dans la reconnaissance de l’importance et de la spécificité des délits de violence à l’encontre des femmes et des enfants, ainsi que pour définir des normes essentielles concernant les services de consultation, d’assistance juridique et de protection des femmes et des enfants, en coopération avec les ONG.