6. benadrukt dat de met het Verdrag van Lissabon ingevoerde veranderingen moeten worden erkend, met name de belangrijkere rol van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO), de benoeming van een commissaris voor uitbreiding en nabuurschapsbeleid en de nieuwe bevoegdheden van het Europees Parlement, teneinde meer samenhang aan te brengen in het buitenlands beleid van de EU en de doeltreffendheid en legitimiteit van haar externe dimensie en optreden te verhogen;
6. insiste sur la nécessité de prendre en compte les modifications découlant du traité de Lisbonne, notamment le rôle renforcé du vice-président de la Commission/haut représentant pour les affaires étrangères et la politique de sécurité (VP/HR), la création du Service européen pour l'action extérieure (SEAE), la nomination d'un commissaire chargé de l'élargissement et de la politique de voisinage et les nouveaux pouvoirs conférés au Parlement européen, afin de donner davantage de cohérence à la politique étrangère de l’Union et d’accroître l’efficacité et la légitimité de sa dimension et de son action extérieures;