« Het beginsel van de universele rechtsmacht van de Belgische rechtbanken, zoals vastgelegd in artikel 7 van de voornoemde wet van 16 juni 1993, wordt weliswaar gehanteerd los van het recht dat van
toepassing is op de locus delicti commissi wanneer het gaat om ernstige strafbare feiten gepleegd in het kader van een internationaal gewapend conflict in de zin van de vier Verdragen van Genève en van het Eerste Aanvullend Protocol bij die Verdragen, maar kan niet onder dezelfde voorwaarden worden toegepast wanneer het gaat om de vervolging van strafbare feiten gepleegd naar aanleiding van een niet-internationaal gewapend conflict die in het
...[+++]internationaal recht niet als ernstige strafbare feiten worden erkend, terwijl ze uit het oogpunt van het onderzochte voorstel wel als zodanig worden beschouwd».« Si le principe de la compétence universelle des juridictions belges tel que consacré à l'article 7 de la loi du 16 juin 1993 précitée, s'exerce sans avoir égard au
droit applicable au locus delicti commissi, lorsqu'il s'agit d'infractions graves commises dans le cadre d'un conflit armé international au sens des quatre Conventions de Genève et du Protocole additionnel I à ces Conventions, il ne peut s'appliquer dans les mêmes conditions lorsqu'il s'agit de poursuivre des infractions commises dans le cadre d'un conflit armé non international qui ne sont pas reconnues comme des infractions graves sur le plan du droit international, alors
...[+++]qu'elles le sont au regard de la proposition examinée».