Ook al last de wet van 6 januari 2003 in het Wetboek van strafvordering bepalingen in die de politiediensten de mogelijkheid bieden om onder het gezag van het parket en de onderzoeksrechters bijzondere opsporingsmethoden te gebruiken en
ook al kon men daar logischerwijze uit afleiden dat er een zeker parallellisme gepast zou kunnen zijn met betrekking tot de methoden voor de verzameling van de gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, heeft men er niettemin voor gekozen zich te beroepen op de bepalingen van de Nederlandse wet van 7 februari 2002 betreffende de methoden voor de verzameling van gegevens door de inlichtingendie
...[+++]nsten, daar deze wet meer rekening houdt met de specifieke finaliteiten van het werk van deze diensten. Wat de methoden zelf betreft is men echter niet zover gegaan als de methoden die aan de Nederlandse diensten zijn toegekend.Si la loi du 6 janvier 2003 introduit dans le Code d'Instruction criminelle des dispositions permettant aux services de police de recourir à des méthodes particulières de recherche sous l'autorité du parquet et des juge
s d'instruction et si l'on pouvait logiquement en déduire qu'un certain parallélisme pourrait être de mise en ce qui concerne les méthodes de recueil des données par les services de renseignement et de sécurité, il a néanmoins été choisi de se référer aux dispositions de la loi néerlandaise du 7 février 2002 concernant les méthodes de recueil de données des services de renseignement, cette loi tenant davantage compte des f
...[+++]inalités spécifiques du travail de ces services, sans aller cependant aussi loin, quant aux méthodes elles-mêmes, que celles qui sont octroyées aux services néerlandais.