Uit de in artikel 5, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 vervatte « algemene regel » volgt dat, wanneer een persoon een loopbaan heeft opgebouwd die uitsluitend bestaat uit tijdvakken van tewerkstelling als zeevarende en die meer dan 40 kalenderjaren bevat, bij de berekening van het pensioen, enkel de kalenderjaren in aanmerking worden genomen die recht geven op het voordeligste pensioen, net zoals dat het geval is bij de berekening van het pensioen van personen die een loopbaan hebben opgebouwd als arbeider of bediende van meer dan 45 kalenderjaren.
La « règle générale » contenue à l'article 5, § 1, alinéa 3, de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 a pour conséquence que, lorsqu'une personne a bâti une carrière qui se compose exclusivement de périodes d'occupation comme marin et qui comporte plus de 40 années civiles, seules sont prises en considération pour le calcul de la pension les années civiles qui donnent droit à la pension la plus avantageuse, tout comme c'est le cas pour le calcul de la pension de personnes qui ont bâti une carrière comme ouvrier ou employé de plus de 45 années civiles.