(8) Om beter aan de nieuwe vormen van mobiliteit, arbeid en alternerende levenswijzen te beantwoorden dient te worden bepaald dat het verblijf van de burger van de Unie dat niet langer dan zes maanden duurt, niet aan een andere formaliteit dan het bezit van een identiteitskaart of een geldig paspoort is onderworpen.
(8) Pour mieux répondre aux formes nouvelles de mobilité, de travail et des modes de vie alternée, il convient de prévoir que le séjour du citoyen de l’Union ne dépassant pas six mois ne doit pas être soumis à d’autre formalité que la possession d’une carte d’identité ou un passeport en cours de validité.