Na drie maanden van intensieve onderhandelingen zou er in februari 2001 een principeovereenkomst gevonden zijn, die voorzag in een verhoging van de heffing per passagier van BEF 200 (ongeveer 5 EUR) naar 7 EUR(48), een geleidelijke verhoging van de belastingen om rekening te houden met de inflatie en de afschaffing van het plafond van de landingsrechten die aanvankelijk slechts voor de eerste 130 passagiers van iedere vlucht golden.
Après trois mois de négociations intenses, un accord de principe aurait été trouvé en février 2001 prévoyant une augmentation de la taxe passager de 200 BEF (environ 5 euros) à 7 euros(48), une augmentation des taxes dans le temps afin de tenir compte de l'inflation, et le déplafonnement de la taxe d'atterrissage qui ne s'appliquait initialement qu'aux 130 premiers passagers de chaque vol.