Voorts wijst zij nog op de inconsistentie van de strafmaat die zal worden toegepast : de minimumgevangenisstraf voor eenvoudige fraude bedraagt acht dagen, terwijl minimumgevangenisstraf voor eenvoudige fraude met valsheid in geschrifte een maand bedraagt en de minimumgevangenisstraf voor ernstige fiscale fraude zal opnieuw acht dagen bedragen, terwijl deze laatste, overeenkomstig de derde witwasrichtlijn en het voorstel van vierde witwasrichtlijn zes maanden zou moeten bedragen.
En outre, elle souligne l'incohérence du degré de peine qui sera appliqué: la peine minimum d'emprisonnement pour fraude simple est de huit jours, alors que la peine minimum d'emprisonnement pour fraude simple avec faux en écriture est d'un mois et que la peine minimum d'emprisonnement pour fraude fiscale grave est, à nouveau, de huit jours; or, conformément à la troisième directive anti-blanchiment et à la proposition de quatrième directive anti-blanchiment, cette dernière peine devrait être de six mois.