In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 3-1898 van 4 maart 2005 kondigde de gewezen minister van Justitie onder andere aan dat men de werken tegen het tweede kwartaal van 2007 zou aanvatten. `Op voorwaarde uiteraard dat de budgettaire middelen voor het project beschikbaar zijn', voegde ze eraan toe.
Dans sa réponse à ma question écrite n º3-1898 du 4 mars 2005, la ministre de la Justice de l'époque annonçait, entre autres, le commencement des travaux pour le deuxième trimestre de 2007, « à condition évidemment que les moyens budgétaires pour le projet soient disponibles », disait-elle.