Volgens artikel 3, lid 1, van de richtlijn en het Afvalstoffenbeheerbeleid van de Gemeenschap dienen de lidstaten passende maatregelen te nemen ter bevordering van afvalpreventie (vermindering van de geproduceerde hoeveelheid afval en van de schadelijke effecten hiervan) en de nuttige toepassing van afval (met in volgorde van voorkeur: hergebruik, recycling en terugwinning van energie).
Aux termes de l'article 3, paragraphe 1, de la directive et conformément à la stratégie communautaire de gestion des déchets, les États membres doivent prendre des mesures visant à encourager la prévention des déchets (réduction de la production de déchets et de leur nocivité) et la valorisation des déchets (en donnant la préférence au réemploi, à la valorisation et à la récupération d'énergie).