3. merkt op dat termen als „sociaal welzijn” of „beginselen van redenen van maatschappelijk belang”, waarmee diensten worden omschreven die in aanmerking komen voor vrijstelling van btw of een verlaagd btw-tarief, zeer vaag zijn vanwege het feit dat ze door nationale rechtbanken worden bepaald in het licht van de wetgeving van de lidstaten, en derhalve het gevaar in zich bergen van een definitieve concurrentieverstoring;
3. constate que les définitions du «bien-être social» ou des «principes d'ordre social», qui définissent les services pouvant faire l'objet d'une exonération ou d'un taux réduit de TVA, sont très vagues du fait qu'elles sont arrêtées par les juridictions nationales sur la base de la législation des États membres et présentent par conséquent le risque d'entraîner une distorsion permanente de la concurrence;