Het Arbitragehof omschrijft het voorrecht van rechtsmacht wel als iets dat « van toepassing is op de magistraten, met inbegrip van de plaatsvervangende magistraten, en op bepaalde andere ambtsdragers » en dat « is ingesteld met het oog op het verzekeren van een onpartijdige en serene behandeling ten aanzien van die personen.
La Cour d'arbitrage définit le privilège de juridiction comme un privilège « applicable aux magistrats, y compris les magistrats suppléants, et à certains autres titulaires de fonctions publiques », qui a été instauré « en vue de garantir à l'égard de ces personnes une administration de la justice impartiale et sereine.